I haven't been posting for a long time, I know! Unfortunately, I also haven't been learning languages a lot. This doesn't mean I 'quit' or gave up. I simply haven't been able to concentrate on languages, because of certain circumstances and my mental health. I'm not doing a lot better, BUT:
- in 2 weeks summer break finally starts which means I'll have a lot less things to worry about and lots and lots of time
- I'll have an iPod touch so I can watch films and read in foreign languages everywhere I go
So... I really need a break, to do things I like, and learning languages is something I like. I'm going to England in a month, and when I get back, it will be language and art paradise! :D (Before that while I'm in England it will be boyfriend and British paradise! :P). I don't know if anyone is even reading this, but if you are, expect updates. If you aren't... you are reading this, liar.
language addict
Friday, June 17, 2011
Tuesday, August 24, 2010
Eating Out
This is what I wrote about Greetings and Goodbyes, same applies to Eating Out:
Pardon. Kunt u mij vertellen waar ik een restaurant kan vinden?
Ga rechtdoor. Er is een restaurant daar op de hoek.
Waar? Ik zie geen restaurant.
Daar aan de rechterkant, naast het grote gebouw. Ziet u het?
Oh, bedoelt u het gebouw tegenover het treinstation?
Ja. Ga gewoon rechtdoor en u zal het vinden.
Heel erg bedankt.
Wanneer gaat het restaurant open?
Het restaurant opent om 6 uur.
Wanneer gaat het restaurant dicht?
Het restaurant sluit om 11 uur.
Hoe laat is het nu?
Het is 3 uur.
Is dit een goed restaurant?
Ja, dit is een goed restaurant. Eigenlijk is het een beroemd restaurant.
Is het een duur restaurant?
Ja, het is best duur. Maar het eten is heel goed.
Ik denk dat ik het ga proberen. Waarom kom je niet met me mee?
Ik heb het druk nu, maar toch bedankt.
We kunnen later gaan. Ik weet dat het nu te vroeg is.
Oke dan. Dat is een goed idee.
Hoe laat zien we elkaar?
Oh, ik weet het niet. Wat vind je van half 7?
Dat is goed. Waar zien we elkaar?
Laten we hier op deze plek ontmoeten, om half 7. We kunnen nog wat drinken voordat we naar het restaurant gaan.
Oke. Tot straks. Ik zie je zo.
Goedenavond. Wat neem jij?
Ik neem een biertje.
En jij, wat neem jij?
Oh, ik neem ook een biertje.
Deze bar is best druk.
Ja. Het is een sportbar.
Ja. Er is een voetbalwedstrijd op televisie.
Hou je van sport?
Ik vind het leuk om sport te spelen, maar niet om er naar te kijken.
Welke sporten vind je leuk?
Ik vind voetbal en skiën leuk.
Hoe vaak ski je?
Ik ski elk weekend.
Waar ski je?
Normaal gesproken rijd ik naar de bergen hier vlakbij.
Weet je, het is tijd om te gaan eten.
Oke. Laten we gaan.
Ben je al eerder naar dit restaurant gegaan?
Ja, ik ben hier al eerder geweest.
Hoe vaak ben je hier geweest?
Sorry?
Hoe veel keer ben je hier eerder geweest?
Ik ben hier tenminste 5 keer geweest.
Wat zei je?
Ik ben hier vaak geweest.
Daar komt de ober. Laten we bestellen.
Oke. Laten we de ober om het menu vragen.
Hallo. Ik zal vanavond jullie ober zijn.
Goedenavond.
Kan ik jullie het menu brengen?
Ja, breng ons alstublieft het menu.
Willen jullie iets bestellen om te drinken terwijl jullie op het menu wachten?
Natuurlijk, ik neem een biertje. En jij, Marie?
Nee, ik heb genoeg nu. Ik drink meestal niet meer dan een biertje.
Hoe vaak ga je naar restaurants?
Ik ga er best vaak heen, misschien een keer in de week.
Ik ook. Het kost wel veel geld.
Ja. Het is te duur om de hele tijd uit eten te gaan.
Ik kook meestal thuis.
Wat voor eten maak je graag?
Als ik alleen ben kook ik gewoon wat soep en maak ik een broodje.
Dat lijkt niet zo interessant.
Ik weet het. Maar ik heb geen zin om een grote maaltijd voor mezelf te maken.
En wat als je vrienden uitnodigt?
Als ik een vriend uitnodig probeer ik meestal wat speciaals te maken.
Wat voor dingen maak je wanneer een vriend langs komt?
Het hangt er van af. Het kan gewoon een salade en steak zijn. Soms probeer ik een gourmet maaltijd te maken.
Steaks zijn makkelijk en smaken altijd goed.
Meestal open ik een fles wijn bij de maaltijd.
Wat als je uit gaat? Naar wat voor soort restaurants ga je graag?
Ik hou van allemaal soorten restaurants. Chinees eten, Italiaans eten, sushi, steaks, heel veel soorten eten.
Ik ook. Ik hou van verschillende soorten eten.
Ja maar ik hou van sommige soorten eten meer dan van andere. Ik denk dat ik het meest van Italiaans eten hou.
Ik hou het meest van wat mijn moeder kookt.
Natuurlijk. Ik ook.
Nou, hebben jullie besloten wat jullie nemen?
Ja, ik neem bonensoep om mee te beginnen. Daarna wil ik gebraden kip.
Dat is een goede keuze. En wat wilt u?
Ik begin met salade, en probeer dan jullie speciale spaghetti.
Willen jullie wat wijn bij het eten?
Ja, graag. Breng ons een halve fles rode wijn van het huis alstublieft.
Een halve fles rode wijn van het huis komt eraan. Ik zal jullie ook wat brood brengen. Is er iets anders wat jullie zouden willen?
Nee dat is alles, dankuwel.
Dus, vertel me Peter, wat doen je ouders vandaag de dag?
Mijn vader werkt nog. Mijn moeder geniet van in de tuin werken.
Het lijkt erop dat ze het allebei druk hebben. Zijn ze gezond?
Ja, dat zijn ze. Hoe gaat het met jouw ouders?
Mijn ouders zijn op bezoek bij familie in het oosten.
Welke familieleden wonen daar?
Mijn moeders broer en zus wonen er. Ik heb best veel contact met mijn oom en tante.
Zijn ze ouder of jonger dan je ouders?
Ze zijn aardig wat ouder. Maar ze zijn nog steeds erg actief.
Wat doen ze om actief te blijven?
Ze hebben altijd een actief leven gehad. Mijn oom werkte voor een groot bedrijf als verkoper. Mijn tante was lerares. Ze zijn allebei met pensioen nu.
Wonen ze in de stad of op het platteland?
Ze wonen in een prachtig huis op het platteland, niet zo ver van de stad.
Dat is vast geweldig.
Ja, voor een groot deel van het jaar kunnen ze wandelen in het bos. In de winter kunnen ze skiën.
Missen ze de stad?
Nee, ze wonen maar een half uur van de stad, met de auto. Ze kunnen ook de trein nemen.
Daar komt ons eten.
Kom je oorspronkelijk uit het oosten?
Ja. Ik ben daar opgegroeid.
Hoe lang woon je hier al?
Ik woon hier sinds mijn 25ste.
Hoeveel jaar geleden ben je hier naar toe verhuisd, als ik vragen mag?
Het was 14 jaar geleden. Het voelt alsof het gisteren was.
Ja. De tijd vliegt. Ben je blij dat je hier naar toe bent verhuisd?
In veel opzichten wel. Maar ik heb ook genoten van in het oosten wonen.
Vind je je werk leuk?
Niet echt.
Waarom vind je je werk niet leuk?
Ik hou niet van mijn werk omdat ik niet goed met mijn bass overweg kan.
Waarom kan je niet goed met je baas overweg?
Ik kan niet goed met hem overweg omdat hij me niet de vrijheid geeft om mijn baan te doen zoals ik het wil.
Dat kan een probleem zijn. Is het omdat hij je niet vertrouwt?
Dat is mogelijk. Ik doe mijn best, maar hij lijkt me niet te mogen.
Hoe weet je dat?
Wat ik ook zeg, hij is het nooit met me eens. Soms weet hij niet genoeg over wat voor werk ik doe, maar hij heeft nog kritiek. Wat ik ook doe, het is niet goed genoeg voor hem.
Misschien moet je van baan veranderen.
Daar heb ik over nagedacht. Misschien moet ik dat doen. Maar zo makkelijk is het niet. Daarom blijf ik gewoon waar ik ben en klaag erover, wat ik nu doe.
Denk je dat je een betere baan kan vinden?
Misschien wel. Misschien moet ik het proberen. Ik heb er waarschijnlijk niet genoeg ambitie voor. Ik heb te weinig zelvertrouwen. Ik moet meer in mezelf geloven.
Ik vraag me af of je niet iemand moet zien die je kan helpen.
Ken je iemand die me kan helpen?
Er is een bedrijf dat ik ken dat mensen helpt om de goede carrière voor zichzelf te vinden. Je zou naar ze toe kunnen gaan. Hier is hun kaartje.
Dat zal ik misschien doen. Dank je. Of ik nou naar ze toe ga of niet, ik zou echt na moeten denken over mijn toekomst. Op dit moment kijk ik er niet elke dag naar uit om te werken. Dat is jammer.
Ik ben best tevreden met mijn baan. Ik kan veel reizen, dat vind ik leuk. Ik heb ook veel vrijheid.
Hoe veel jaar heb je die baan al?
Ik heb nu ongeveer 5 jaar bij mijn bedrijf gewerkt. Ik heb 2 keer een promotie gekregen in die tijd.
Moet je lange dagen werken?
Ja. Ik moet lang werken. Ik begin om 7 uur 's ochtends en ga meestal niet voor 7 uur 's avonds naar huis.
Je hebt het vast heel druk. Wat voor werk doe je?
Ik werk in het gebied van financieel beheer. We letten op het geld van mensen.
Alhoewel ik mijn werk niet zo leuk vind, ik denk niet dat ik 12 uur per dag zou willen werken.
Om succes te hebben moet je hard werken. Je krijgt wat je er voor doet, zeggen ze.
Zelfs als je me 2 keer zoveel geld zou betalen dan wat ik nu verdien, ik zou niet zo hard willen werken. Ik zou dat nooit kunnen.
Nou ja, ik denk dat je moet beslissen of je meer verantwoordelijkheid wilt of niet.
Ik weet het. Ik moet echt nadenken over mijn toekomst. Ik moet beslissen wat ik wil in mijn leven.
Je bent nog jong. Je houdt van sporten en uitgaan met vrienden. Maar als je echt ontevreden met je werk bent moet je misschien iets veranderen.
Ik denk ik een keuze moet maken. Ik kan het niet allebei hebben. Ik lijk nooit te weten wat ik wil.
Ja. Soms moet je beslissen wat je wilt doen met je leven en dan bij je beslissing blijven.
Het eten was lekker. Neem je nog een kopje koffie?
Ja. Ik denk dat ik wat koffie neem. Ik heb genoten van de maaltijd en van onze kleine discussie. Ik denk dat het me heeft geholpen.
Het maakt niet uit wat je doet in je leven. Wat je ook doet, je moet proberen om ervan te genieten.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Ober, breng ons de rekening alstublieft.
I've been translating some things to Dutch for LingQ, and although you still can't study them on LingQ, and I don't have audio yet, here's 'Greetings and Goodbyes'. You can find the original English lessons at LingQ, but if you don't want to sign up or want everything in one easy to read file, just ask me and I'll upload them. I'll update this when I have audio. (If you're Dutch and would like to help me with the recordings pleaaase tell me, I can't record all the voices on my own, unless I would do like a squeeky and a low voice and that would be very weird, haha. Oh and if you have suggestions or if I made mistakes, tell me too).
Pardon. Kunt u mij vertellen waar ik een restaurant kan vinden?
Ga rechtdoor. Er is een restaurant daar op de hoek.
Waar? Ik zie geen restaurant.
Daar aan de rechterkant, naast het grote gebouw. Ziet u het?
Oh, bedoelt u het gebouw tegenover het treinstation?
Ja. Ga gewoon rechtdoor en u zal het vinden.
Heel erg bedankt.
Wanneer gaat het restaurant open?
Het restaurant opent om 6 uur.
Wanneer gaat het restaurant dicht?
Het restaurant sluit om 11 uur.
Hoe laat is het nu?
Het is 3 uur.
Is dit een goed restaurant?
Ja, dit is een goed restaurant. Eigenlijk is het een beroemd restaurant.
Is het een duur restaurant?
Ja, het is best duur. Maar het eten is heel goed.
Ik denk dat ik het ga proberen. Waarom kom je niet met me mee?
Ik heb het druk nu, maar toch bedankt.
We kunnen later gaan. Ik weet dat het nu te vroeg is.
Oke dan. Dat is een goed idee.
Hoe laat zien we elkaar?
Oh, ik weet het niet. Wat vind je van half 7?
Dat is goed. Waar zien we elkaar?
Laten we hier op deze plek ontmoeten, om half 7. We kunnen nog wat drinken voordat we naar het restaurant gaan.
Oke. Tot straks. Ik zie je zo.
Goedenavond. Wat neem jij?
Ik neem een biertje.
En jij, wat neem jij?
Oh, ik neem ook een biertje.
Deze bar is best druk.
Ja. Het is een sportbar.
Ja. Er is een voetbalwedstrijd op televisie.
Hou je van sport?
Ik vind het leuk om sport te spelen, maar niet om er naar te kijken.
Welke sporten vind je leuk?
Ik vind voetbal en skiën leuk.
Hoe vaak ski je?
Ik ski elk weekend.
Waar ski je?
Normaal gesproken rijd ik naar de bergen hier vlakbij.
Weet je, het is tijd om te gaan eten.
Oke. Laten we gaan.
Ben je al eerder naar dit restaurant gegaan?
Ja, ik ben hier al eerder geweest.
Hoe vaak ben je hier geweest?
Sorry?
Hoe veel keer ben je hier eerder geweest?
Ik ben hier tenminste 5 keer geweest.
Wat zei je?
Ik ben hier vaak geweest.
Daar komt de ober. Laten we bestellen.
Oke. Laten we de ober om het menu vragen.
Hallo. Ik zal vanavond jullie ober zijn.
Goedenavond.
Kan ik jullie het menu brengen?
Ja, breng ons alstublieft het menu.
Willen jullie iets bestellen om te drinken terwijl jullie op het menu wachten?
Natuurlijk, ik neem een biertje. En jij, Marie?
Nee, ik heb genoeg nu. Ik drink meestal niet meer dan een biertje.
Hoe vaak ga je naar restaurants?
Ik ga er best vaak heen, misschien een keer in de week.
Ik ook. Het kost wel veel geld.
Ja. Het is te duur om de hele tijd uit eten te gaan.
Ik kook meestal thuis.
Wat voor eten maak je graag?
Als ik alleen ben kook ik gewoon wat soep en maak ik een broodje.
Dat lijkt niet zo interessant.
Ik weet het. Maar ik heb geen zin om een grote maaltijd voor mezelf te maken.
En wat als je vrienden uitnodigt?
Als ik een vriend uitnodig probeer ik meestal wat speciaals te maken.
Wat voor dingen maak je wanneer een vriend langs komt?
Het hangt er van af. Het kan gewoon een salade en steak zijn. Soms probeer ik een gourmet maaltijd te maken.
Steaks zijn makkelijk en smaken altijd goed.
Meestal open ik een fles wijn bij de maaltijd.
Wat als je uit gaat? Naar wat voor soort restaurants ga je graag?
Ik hou van allemaal soorten restaurants. Chinees eten, Italiaans eten, sushi, steaks, heel veel soorten eten.
Ik ook. Ik hou van verschillende soorten eten.
Ja maar ik hou van sommige soorten eten meer dan van andere. Ik denk dat ik het meest van Italiaans eten hou.
Ik hou het meest van wat mijn moeder kookt.
Natuurlijk. Ik ook.
Nou, hebben jullie besloten wat jullie nemen?
Ja, ik neem bonensoep om mee te beginnen. Daarna wil ik gebraden kip.
Dat is een goede keuze. En wat wilt u?
Ik begin met salade, en probeer dan jullie speciale spaghetti.
Willen jullie wat wijn bij het eten?
Ja, graag. Breng ons een halve fles rode wijn van het huis alstublieft.
Een halve fles rode wijn van het huis komt eraan. Ik zal jullie ook wat brood brengen. Is er iets anders wat jullie zouden willen?
Nee dat is alles, dankuwel.
Dus, vertel me Peter, wat doen je ouders vandaag de dag?
Mijn vader werkt nog. Mijn moeder geniet van in de tuin werken.
Het lijkt erop dat ze het allebei druk hebben. Zijn ze gezond?
Ja, dat zijn ze. Hoe gaat het met jouw ouders?
Mijn ouders zijn op bezoek bij familie in het oosten.
Welke familieleden wonen daar?
Mijn moeders broer en zus wonen er. Ik heb best veel contact met mijn oom en tante.
Zijn ze ouder of jonger dan je ouders?
Ze zijn aardig wat ouder. Maar ze zijn nog steeds erg actief.
Wat doen ze om actief te blijven?
Ze hebben altijd een actief leven gehad. Mijn oom werkte voor een groot bedrijf als verkoper. Mijn tante was lerares. Ze zijn allebei met pensioen nu.
Wonen ze in de stad of op het platteland?
Ze wonen in een prachtig huis op het platteland, niet zo ver van de stad.
Dat is vast geweldig.
Ja, voor een groot deel van het jaar kunnen ze wandelen in het bos. In de winter kunnen ze skiën.
Missen ze de stad?
Nee, ze wonen maar een half uur van de stad, met de auto. Ze kunnen ook de trein nemen.
Daar komt ons eten.
Kom je oorspronkelijk uit het oosten?
Ja. Ik ben daar opgegroeid.
Hoe lang woon je hier al?
Ik woon hier sinds mijn 25ste.
Hoeveel jaar geleden ben je hier naar toe verhuisd, als ik vragen mag?
Het was 14 jaar geleden. Het voelt alsof het gisteren was.
Ja. De tijd vliegt. Ben je blij dat je hier naar toe bent verhuisd?
In veel opzichten wel. Maar ik heb ook genoten van in het oosten wonen.
Vind je je werk leuk?
Niet echt.
Waarom vind je je werk niet leuk?
Ik hou niet van mijn werk omdat ik niet goed met mijn bass overweg kan.
Waarom kan je niet goed met je baas overweg?
Ik kan niet goed met hem overweg omdat hij me niet de vrijheid geeft om mijn baan te doen zoals ik het wil.
Dat kan een probleem zijn. Is het omdat hij je niet vertrouwt?
Dat is mogelijk. Ik doe mijn best, maar hij lijkt me niet te mogen.
Hoe weet je dat?
Wat ik ook zeg, hij is het nooit met me eens. Soms weet hij niet genoeg over wat voor werk ik doe, maar hij heeft nog kritiek. Wat ik ook doe, het is niet goed genoeg voor hem.
Misschien moet je van baan veranderen.
Daar heb ik over nagedacht. Misschien moet ik dat doen. Maar zo makkelijk is het niet. Daarom blijf ik gewoon waar ik ben en klaag erover, wat ik nu doe.
Denk je dat je een betere baan kan vinden?
Misschien wel. Misschien moet ik het proberen. Ik heb er waarschijnlijk niet genoeg ambitie voor. Ik heb te weinig zelvertrouwen. Ik moet meer in mezelf geloven.
Ik vraag me af of je niet iemand moet zien die je kan helpen.
Ken je iemand die me kan helpen?
Er is een bedrijf dat ik ken dat mensen helpt om de goede carrière voor zichzelf te vinden. Je zou naar ze toe kunnen gaan. Hier is hun kaartje.
Dat zal ik misschien doen. Dank je. Of ik nou naar ze toe ga of niet, ik zou echt na moeten denken over mijn toekomst. Op dit moment kijk ik er niet elke dag naar uit om te werken. Dat is jammer.
Ik ben best tevreden met mijn baan. Ik kan veel reizen, dat vind ik leuk. Ik heb ook veel vrijheid.
Hoe veel jaar heb je die baan al?
Ik heb nu ongeveer 5 jaar bij mijn bedrijf gewerkt. Ik heb 2 keer een promotie gekregen in die tijd.
Moet je lange dagen werken?
Ja. Ik moet lang werken. Ik begin om 7 uur 's ochtends en ga meestal niet voor 7 uur 's avonds naar huis.
Je hebt het vast heel druk. Wat voor werk doe je?
Ik werk in het gebied van financieel beheer. We letten op het geld van mensen.
Alhoewel ik mijn werk niet zo leuk vind, ik denk niet dat ik 12 uur per dag zou willen werken.
Om succes te hebben moet je hard werken. Je krijgt wat je er voor doet, zeggen ze.
Zelfs als je me 2 keer zoveel geld zou betalen dan wat ik nu verdien, ik zou niet zo hard willen werken. Ik zou dat nooit kunnen.
Nou ja, ik denk dat je moet beslissen of je meer verantwoordelijkheid wilt of niet.
Ik weet het. Ik moet echt nadenken over mijn toekomst. Ik moet beslissen wat ik wil in mijn leven.
Je bent nog jong. Je houdt van sporten en uitgaan met vrienden. Maar als je echt ontevreden met je werk bent moet je misschien iets veranderen.
Ik denk ik een keuze moet maken. Ik kan het niet allebei hebben. Ik lijk nooit te weten wat ik wil.
Ja. Soms moet je beslissen wat je wilt doen met je leven en dan bij je beslissing blijven.
Het eten was lekker. Neem je nog een kopje koffie?
Ja. Ik denk dat ik wat koffie neem. Ik heb genoten van de maaltijd en van onze kleine discussie. Ik denk dat het me heeft geholpen.
Het maakt niet uit wat je doet in je leven. Wat je ook doet, je moet proberen om ervan te genieten.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Ober, breng ons de rekening alstublieft.
Monday, August 23, 2010
Greetings and Goodbyes
I've been translating some things to Dutch for LingQ, and although you still can't study them on LingQ, and I don't have audio yet, here's 'Greetings and Goodbyes'. You can find the original English lessons at LingQ, but if you don't want to sign up or want everything in one easy to read file, just ask me and I'll upload them. I'll update this when I have audio. (If you're Dutch and would like to help me with the recordings pleaaase tell me, I can't record all the voices on my own, unless I would do like a squeeky and a low voice and that would be very weird, haha. Oh and if you have suggestions or if I made mistakes, tell me too). Also, I'm not veeery happy with it because I feel like it's translated way too literally sometimes, but it kind of needs to be a literal translation.. 'Eating Out' and 'Who is she' are better though, I promise.
(edit: I got the English text by clicking 'next lesson in collection' at each lesson, but apparently the collection has some problems with that, with Eating Out it missed 3 lessons, with Greetings and Goodbyes it missed 1, I added it now. So I would recommend clicking 'go to collection' and manually looking for the next one.)
Mensen ontmoeten.
Goedemorgen.
Goedenavond.
Goedenacht.
Tot ziens.
Hallo. Hoe gaat het?
Met mij gaat het goed, dank je. En met jou?
Heel goed, dank je.
Hoe heet je?
Ik heet Jan. Hoe heet jij?
Ik heet Marie.
Hoi. Hoe gaat het?
Het gaat goed. Met jou?
Het gaat prima, dank je.
Hoe was je weekend?
Oh, geweldig, dank je.
Pardon, ben jij Peter?
Nee, ik ben niet Peter.
Pardon, ben jij Suzan?
Nee, ik ben niet Suzan.
Het spijt me.
Pardon, ben jij George?
Ja, ik ben George. Ben jij Anne?
Ja. Aangenaam kennis te maken.
Je bent een vriendin van mijn zus.
Ja, dat ben ik. Hoe gaat het met je zus?
Het gaat goed met haar. Dank je.
Hoi. Mijn naam is Peter.
Sorry. Kunt u dat langzaam herhalen?
Hoi Mijn naam is Peter.
Oh. Mijn naam is Anne. Ik ben blij je te ontmoeten.
Spreek je Nederlands?
Ja ik spreek Nederlands, maar een beetje.
Je spreekt goed Nederlands.
Dankjewel.
Is dit je vriendin?
Ja, zij is mijn vriendin.
Hoe heet ze?
Ze heet Marie.
Is dit haar boek?
Nee, het is mijn boek. Het is van mij.
Ik dacht dat het van jou was.
Er zijn nog wat meer boeken hier. Van wie zijn ze?
Ze zijn allemaal onze boeken, van mij en van mijn zus.
Waar ga je heen?
Ik ga naar huis. Waar ga jij heen?
Ik ga naar de winkel.
Hoe ver is de winkel?
Het is niet ver. Ik ga melk kopen.
Koop alsjeblieft ook wat melk voor mij. We hebben geen melk meer thuis.
Geef me alsjeblieft mijn jas.
Waar is je jas?
Hij is op de stoel naast de tafel.
Is dit jouw jas?
Ja, dat is mijn jas, de groene naast de blauwe.
Dat is een mooie jas.
Ik heb een blauwe jas. Hij staat goed bij mijn blauwe hoed.
(edit: I got the English text by clicking 'next lesson in collection' at each lesson, but apparently the collection has some problems with that, with Eating Out it missed 3 lessons, with Greetings and Goodbyes it missed 1, I added it now. So I would recommend clicking 'go to collection' and manually looking for the next one.)
Mensen ontmoeten.
Goedemorgen.
Goedenavond.
Goedenacht.
Tot ziens.
Hallo. Hoe gaat het?
Met mij gaat het goed, dank je. En met jou?
Heel goed, dank je.
Hoe heet je?
Ik heet Jan. Hoe heet jij?
Ik heet Marie.
Hoi. Hoe gaat het?
Het gaat goed. Met jou?
Het gaat prima, dank je.
Hoe was je weekend?
Oh, geweldig, dank je.
Pardon, ben jij Peter?
Nee, ik ben niet Peter.
Pardon, ben jij Suzan?
Nee, ik ben niet Suzan.
Het spijt me.
Pardon, ben jij George?
Ja, ik ben George. Ben jij Anne?
Ja. Aangenaam kennis te maken.
Je bent een vriendin van mijn zus.
Ja, dat ben ik. Hoe gaat het met je zus?
Het gaat goed met haar. Dank je.
Hoi. Mijn naam is Peter.
Sorry. Kunt u dat langzaam herhalen?
Hoi Mijn naam is Peter.
Oh. Mijn naam is Anne. Ik ben blij je te ontmoeten.
Spreek je Nederlands?
Ja ik spreek Nederlands, maar een beetje.
Je spreekt goed Nederlands.
Dankjewel.
Is dit je vriendin?
Ja, zij is mijn vriendin.
Hoe heet ze?
Ze heet Marie.
Is dit haar boek?
Nee, het is mijn boek. Het is van mij.
Ik dacht dat het van jou was.
Er zijn nog wat meer boeken hier. Van wie zijn ze?
Ze zijn allemaal onze boeken, van mij en van mijn zus.
Waar ga je heen?
Ik ga naar huis. Waar ga jij heen?
Ik ga naar de winkel.
Hoe ver is de winkel?
Het is niet ver. Ik ga melk kopen.
Koop alsjeblieft ook wat melk voor mij. We hebben geen melk meer thuis.
Geef me alsjeblieft mijn jas.
Waar is je jas?
Hij is op de stoel naast de tafel.
Is dit jouw jas?
Ja, dat is mijn jas, de groene naast de blauwe.
Dat is een mooie jas.
Ik heb een blauwe jas. Hij staat goed bij mijn blauwe hoed.
Wednesday, July 21, 2010
Update
I added a page! :) I love it you can add pages on blogspot now, it was the only thing that was missing really, but now it's better than wordpress I think.
So, what's going on? Since I have summer holidays, I have lots of time for languages. When I started this blog my plan was actually to start learning a new language in January and try to be fluent in a year... but I couldn't resist it and started learning Swedish! Tight schedules are really not for me. Well, to make sure I do actually do something, these are my goals for the end of the year:
1. Become conversational in Spanish. I can already easily have conversations in Spanish, but I keep constantly using google translate, and I cant say what I want to say.. and although I don't need to be fluent yet, I want to be at a level where I can make talking with friends my daily Spanish practice.
2. Learn German grammar and be able to have conversations. When I see German friends chatting on irc, or their facebook, etc, I understand pretty much everything. But when I try to speak some German - nothing! I don't know how to conjugate verbs, I don't know a lot of basic grammar rules, and I don't know a lot of basic words! So, I'm gonna find out what exactly is still keeping me from speaking German and then just speak it.
3. Learn some more Swedish, say... level A2. I'm trying to learn as little grammar as possible and figure things out by myself, and it's really much easier than I thought! When I've learned enough to form my own sentences and when I'm getting really curious, I'll buy a book and see how well I really did.
Oh and also, I'm gonna go to France in september! And although I won't be speaking French a lot there (I'm going with school) I'm definitely gonna take every chance I get! In September, I will have had no French class for 2 months (well, it's not like, I learn a lot in French class :P), so I'll try to learn some French on LingQ.
All of this sounds really fun to me actually! ^^
So, what's going on? Since I have summer holidays, I have lots of time for languages. When I started this blog my plan was actually to start learning a new language in January and try to be fluent in a year... but I couldn't resist it and started learning Swedish! Tight schedules are really not for me. Well, to make sure I do actually do something, these are my goals for the end of the year:
1. Become conversational in Spanish. I can already easily have conversations in Spanish, but I keep constantly using google translate, and I cant say what I want to say.. and although I don't need to be fluent yet, I want to be at a level where I can make talking with friends my daily Spanish practice.
2. Learn German grammar and be able to have conversations. When I see German friends chatting on irc, or their facebook, etc, I understand pretty much everything. But when I try to speak some German - nothing! I don't know how to conjugate verbs, I don't know a lot of basic grammar rules, and I don't know a lot of basic words! So, I'm gonna find out what exactly is still keeping me from speaking German and then just speak it.
3. Learn some more Swedish, say... level A2. I'm trying to learn as little grammar as possible and figure things out by myself, and it's really much easier than I thought! When I've learned enough to form my own sentences and when I'm getting really curious, I'll buy a book and see how well I really did.
Oh and also, I'm gonna go to France in september! And although I won't be speaking French a lot there (I'm going with school) I'm definitely gonna take every chance I get! In September, I will have had no French class for 2 months (well, it's not like, I learn a lot in French class :P), so I'll try to learn some French on LingQ.
All of this sounds really fun to me actually! ^^
Friday, July 16, 2010
Dutch verbs (part 1?)
This is for Arty <3
To be continued I guess! And I know this is incredibly boring, I don't know who is actually interested in this.... o_o
Present | Step 1: remove –en from the infinitive (werken) Step 2: add the right ending That’s how easy it is :) | ||||
ik jij, u, hij, zij, het wij, jullie, zij | werk werkt werken | ||||
Some rules for the stem: · Long vowel infinitives require long vowel stems (praten -> praat) · A stem never ends in two identical consonants (stoppen -> stop) · A stem never ends in v or z (schrijven -> schrijf, lezen -> lees) · The stem of an '-iën verb' ends in ie (also zien -> zie) | |||||
Irregular | |||||
ik jij, u hij, zij, het wij, jullie, zij | zijn (to be) ben bent is zijn | hebben (to have) heb hebt heeft hebben | gaan (to go) ga gaat gaat gaan | ||
Past | ||||||||||
Weak verbs | Step 1:remove –en from the infinitive to get the stem Step 2:check if the last letter is t, k, f, s, ch, p Step 3:add the right ending to the ik-form of the verb (not the stem!) | |||||||||
ik jij, u, hij, zij, het wij, jullie, zij | werkte werkte werkten | leerde leerde leerden | ||||||||
So, when do you use –te(n) and when do you use –de(n)? You use –te(n) when the last letter of the stem is t, k, f, s, ch (only this combination, not c or h), and p. There’s a word to remember this: ’t kofschip Only use the consonants! The word is a little hard to remember if you don’t speak Dutch I guess. | ||||||||||
Strong verbs | ||||||||||
Strong verbs are, unfotunately, a little harder. You can’t add –ed to every verb in English, and the same goes for Dutch. Strong verbs change a vowel in the past tense. For example, in English it’s: I drink -> I drank. In Dutch it’s: ik drink -> ik dronk. You’ll just need to learn what verbs are strong and what they change to. Some examples: | ||||||||||
singular plural | lopen (to walk) liep liepen | eten (to eat) at aten | blijven (to stay) bleef bleven | liegen (to lie) loog logen | ||||||
Irregular (although there are a lot of verbs that are irregular and don’t just change a vowel, these are the common ones, irregular in the present too) | ||||||||||
singular plural | zijn (to be) was waren | hebben (to have) had hadden | gaan (to go) ging gingen |
To be continued I guess! And I know this is incredibly boring, I don't know who is actually interested in this.... o_o
Thursday, July 15, 2010
Regular Spanish verbs
I couldn't find a good, short, easy explanation about regular Spanish verbs. And as I never really took the time to learn them (after almost a year of learning Spanish xD) I decided to make a quick chart to study, and some pinpoints for when to use them.
Present | Preterite | ||||
habl o habl as habl a habl amos habl áis habl an | com o com es com e com emos com éis com en | viv o viv es viv e viv imos viv ís viv e | habl é habl aste habl ó habl amos habl asteis habl aron | com í com iste com ió com imos com isteis com ieron | viv í viv iste viv ió viv imos viv isteis viv ieron |
Imperfect | Future | ||||
habl aba habl abas habl aba habl ábamos habl abais habl aban | com ía com ías com ía com íamos com íais com ían | viv ía viv ías viv ía viv íamos viv íais viv ían | hablar é hablar ás hablar á hablar emos hablar éis hablar án | comer é comer ás comer á comer emos comer éis comer én | vivir é vivir ás vivir á vivir emos vivir éis vivir én |
Conditional | Subjunctive | ||||
hablar ía hablar ías hablar ía hablar íamos hablar íais hablar ían | comer ía comer ías comer ía comer íamos comer íais comer ían | vivir ía vivir ías vivir ía vivir íamos vivir íais vivir ían | habl e habl es habl e habl emos habl éis habl en | com a com as com a com amos com áis com an | viv a viv as viv a viv amos viv áis viv an |
Gerund | Past participle | ||||
habl ando | com iendo | viv iendo | habl ado | com ido | viv ido |
Present
Pretty obvious when to use this, same as in English
Preterite
Past tense. You use this one when:
- Something occurred at a fixed point in time
- Something was done a specific number of times
- Describing a chain of events
- Something occurred in a specific enclosed period of time
- Describing a sudden change of mood
(…in the past)
So, generally, you use the preterite when you know exactly when something happened.
Imperfect
Another past tense. This is used:
- When talking about actions that occurred repeatedly
- When something occurred over an extended period of time
- To start off something you describe, like ‘we were going home when… ‘
- When describing feelings and mental actions
(of course, in the past)
Future
You use this when usually in English you would use will or shall. For things in the near future it’s usually better to use ‘ir a’, for things further in the future, use the future tense. It’s also used to express wonder or probability in the present tense (‘who could she be?’).
Note that in the future tense, the endings get added to the complete verb and not tot the stem.
Conditional
This is a very easy one as all you need to do is add the endings of the imperfect (in –er and –ir) to the complete verb (like in the future). This makes it basically a future in the past.
It’s often used wonder or probability in the past (‘who could she have been?’), but also just to describe the future from the perspecrtive of the past.
Subjunctive
The subjunctive is usually used to express doubt, hope, a wish, an opinion.. anything that’s not objective or a fact. It can be quite tricky. It is NOT used with these expression:
creer que ...
to believe that ...
to believe that ...
no dudar que ...
to not doubt that ...
to not doubt that ...
es cierto que ...
it is certain that ...
it is certain that ...
es claro que ...
it is clear that ...
it is clear that ...
es evidente que ...
it is certain that ...
it is certain that ...
es obvio que ...
it is obvious that ...
it is obvious that ...
estar seguro que ...
to be sure that ...
to be sure that ...
es verdad que ...
it is true that ...
it is true that ...
no cabe duda que ...
there's no doubt that ...
there's no doubt that ...
no es dudoso que ...
it is not doubtful that ...
it is not doubtful that ...
no hay duda que ...
there is no doubt that ...
there is no doubt that ...
Credit goes to Study Spanish. All I did was make a summary.
First post!
So, I really suck at keeping a blog, especially one where I have to write. I am VERY bad at writing. Seriously. You’ll see. But as I’m trying to actually stick to a schedule and everything, language-wise, I think this could really help me stay motivated and organized. I’ll write about my progress here, and about useful tips and links. I doubt I’ve got anything new to tell about languages… But I’ll try ^^
I’ve never seen a 16 year old who likes languages as much as me, so that’s something ‘new’ already I guess. Thanks for reading, even though no one is reading yet!
I’ve never seen a 16 year old who likes languages as much as me, so that’s something ‘new’ already I guess. Thanks for reading, even though no one is reading yet!
Subscribe to:
Posts (Atom)